Research Station Carmabi
News and developments relevant to the Jan Kok Oilspill
UPDATE MAANDAG 5 NOVEMBER: DE OPRUIMWERKZAAMHEDEN ZIJN GEREED. ALLE MEDEWERKENDE ORGANISATIES EN VRIJWILLIGERS WORDEN HARTELIJK BEDANKT VOOR HUN INZET GEDURENDE DE AFGELOPEN DRIE MAANDEN. HOEWEL HET GEBIED ER NU “SCHOON” UITZIET, BLIJFT NADER ONERZOEK VEREIST OM VAST TE STELLEN WELKE LANGE TERMIJNS GEVOLGEN DEZE OLIE RAMP OP DE BINNENBAAI EN DE KORAALRIFFEN HEEFT GEHAD.
This report is solely intended to describe the efforts conducted so far to mitigate the effects of the oil spill that occurred in August 2012.
UPDATE WOENSDAG 26 SEPTEMBER 2012
De schoonmaakwerkzaamheden bevinden zich momenteel in de derde en laatste fase III. Fase I bestond uit de groffe opruim werkzaamheden met behulp van groot materieel zoals bulldozers en containers. In deze fase is een groot gedeelte van de aangespoelde olie voornamelijk door werknemers van de ISLA/ Selikor/ GMN en CPA verwijderd uit het westelijk deel van de salina van Jan Kok. Fase I begon op 25 Augustus, bijna een week nadat de olie voor de eerste keer werd gerapporteerd en eindigde op vrijdag 7 september 2012, i.e., het moment waarop de inzet van groot materieel niet langer noodzakelijk bleek. In Fase II (start datum 7 september 2012) werd o.a. het ca. 2.5 km kustlijngebied van Rif St. Marie schoongemaakt door werknemers van ISLA. In Fase II werden resterende grote gebieden waar nog olie werd gevonden (zoals bijvoorbeeld het kustgebied) handmatig (in tegenstelling tot grof materieel) schoongemaakt. In Fase II zijn verschillende vrijwilligersgroepen begonnen met het handmatig schoonmaken van de mangroven, fauna en kleine strandjes en/ of baaitjes waar zich nog steeds olie bevindt. De grootschalige opruimwerkzaamheden werden op 13 september 2012 afgerond. Hiermee komt een einde aan de inzet van o.a. ISLA en CPA werknemers waardoor Fase II werd afgesloten op vrijdag 14 september.
Fase III begint op vrijdag 28 september. In deze fase worden de opruimwerkzaamheden door vrijwilligers voortgezet die worden gecoordineerd door Theo Uniek Curacao. De werkzaamheden zullen worden voortgezet zolang als dat nodig is om het grootste deel van de olie uit meer gevoelige gebieden (bijvoorbeeld de historische muren in de zoutpannen en de mangroven, overige vervuilde flora en fauna) in het aangetaste gebied te verwijderen. In overleg met Uniek Curacao en meewerkende vrijwilligersgroepen is besloten om niet met Fase III te beginnen als alle benodigde materialen niet voorhanden zijn. Door aanleveringsproblemen van verschillende benodigde materialen begint Fase III daarom een week later dan eerder gepland. Momenteel is het overgrote deel van de materialen beschikbaar, waaronder 200 zakken van het middel BestAbsorb die op zaterdag 15 september rechtstreeks uit Duitsland zijn ingevlogen. BestAbsorb is een natuurlijk product bestaand uit gedroogde plantenresten (“turf”) dat olieresten absorbeert waarna het makkelijk (en met de opgenomen olie) verwijderd kan worden. Een blijvend probleem is het vinden van handschoenen van goede kwaliteit die geschikt zijn voor het werken met olie. Deze blijken niet of nauwelijks verkrijgbaar op het eiland. Ook het Ministerie van GMN heeft geholpen bij het bij elkaar krijgen van alle benodigde materialen. Dessalniettemin zullen op donderdag 27 september en vrijdag 28 september de eerste tests uitgevoerd om de verwijdering van olie van zowel de historische muren als de mangroven zo efficient mogelijk uit te kunnen voeren.
Vanaf donderdag (27 september) beginnen verschillende vrijwilligersgroepen onder leiding van Uniek Curacao aan de daadwerkelijke opruimingswerkzaamheden. De eerste groep vrijwilligers die begint bestaat uit vrijwilligers en medewerkers van Sentro Speransa die onder leiding van Stichting Uniek Curacao begint met de schoonmaak van de historische dammen. Sentro Speransa vrijwilligers zullen bijvoorbeeld tijdelijke bruggen in het gebied aanleggen zodat afval dat tijdens de werkzaamheden ontstaat met kruiwagens kan worden afgevoerd. Hiertoe zijn door de ISLA ook reeds afval containers geplaatst op strategische punten in het Jan Kok gebied.
In Fase III ligt de nadruk van de werkzaamheden (bij zowel de historische dammen als in de mangroven) op het handmatig wegscheppen van olie resten, het uitproberen van methodes met betrekking tot de toepassing van het natuurlijke absorbtie middel BestAbsorb en het “uitborstelen” van olie mengsels (tevens met behulp van BestAbsorb) op de steen/rotsformaties. Onder leiding van Ryan DeJongh zal a.s. vrijdag door een kleine groep vrijwilligers worden begonnen met het verwideren van overgebleven olieresten in de mangroves rond de binnenbaai. Zaterdag worden deze werkzaamheden met een grotere groep vrijwilligers (± 45 personen)van ICUC voortgezet wederom onder leiding van Ryan DeJongh. Maandag (1 oktober) zal Sentro Speransa het werk op de dammen voortzetten. Andere aangemelde vrijwilligersgroepen als CHATA, Bedrijven Platform Milieu zullen op zeker moment ook worden ingezet. Ondertussen werkt dierenarts Odette Doest nauw samen met de buurtbewoners van Willibrordus om mogelijke dieren die slachtoffer zijn geworden van de olieramp te verzorgen. Tot nu toe zijn voornamelijk vogels, krabben en reptielen besmeurd geraakt door de éolie. Deze zijn allemaal schoongemaakt door Odette Soest en haar vrijwilligers en het grootste deel is inmiddels weer vrij gelaten. Het is onduidelijk of de olie op lange termijn negatieve gevolgen heeft voor deze dieren.
Er wordt tevens gezocht naar een systeem te komen om de ingang van de baai af te kunnen sluiten bijvoorbeeld door de aanleg van een sluis. Dit ter bescherming van het gebied bij toekomstige oliedreigingen. De twee opties waaraan nu wordt gedacht zijn afsluiting middels een sluis of een doorlaatbare dam van koraalpuin (zoals die ook bestaat bij Jan Thiel). Een en ander is niet echter geen eenvoudige kwestie aangezien de constructie genoeg zeewater de salina in moet laten stromen zodat er uberhaupt water is staat, maar niet teveel zodat er voldoende verdamping kan optreden waardoor het water zouter wordt en er pekelkreeften in kunnen leven die als voedsel voor de flamingo’s dienen. Deze kwestie zal echter ter tafel komen wanneer de oorzaken van de olie ramp worden geevalueerd en plannen worden opgesteld om soortgelijke incidenten in de toekomst te voorkomen. Hiertoe hebben verschillende instanties reeds hun medewerking aan toegezegd waaronder de dienst Scheepvaart en Maritieme zaken, de Havenveiligheidsdienst en het Ministerie van GMN.
Onderzoek bij carmabi heeft aangetoond dat de koralen die langs de kust bij Rif Marie voorkomen tot op heden geen zichtbare schade hebben opgelopen, hoewel er een stijging lijkt te zien (ten opzichte van een maand geleden) in het aantal koraalkolonies dat door ziektes is aangetast. Ongelukkigerwijs vond de olieramp ook plaats tijdens de jaarlijkse “coral spawning”, waarbij koralen zich voortplanten. Dit gebeurt slechts op één nacht per jaar en de geslachtscellen, maar later ook de koraallarven die in het Rif Marie gebied zijn “geboren” bevonden zich derhalve in water dat door de olie is aangetast. In het aangetaste gebied is water verzameld waarin het gedrag en de overleving van koraallarven is onderzocht en vergeleken met dat van koraallarven die in water werden grootgebracht in water wat elders langs de kust is verzameld.Voorlopige resultaten laten zien dat de larven die in door olie aangetast water een 20 tot 30% procent hogere kans hebben om dood te gaan, hetgeen mischien minder is dan men zou verwachten. Echter geen van deze larven ontwikkelde zich op een manier waardoor zij zich later aan de bodem zouden kunnen hechten om uit te groeien tot een nieuwe koraalkolonie. Derhalve kan er vanuit gegaan worden dat geen van de koraallarven die dit jaar in het aangetaste gebied is geboren een daardwerkelijke bijdrage zal leveren aan het instandhouden van koraalpopulaties in dit gebied.
Door Uniek Curacao is een MCB rekeningnummer geopend (25048810) voor het storten van giften om de kosten te kunnen dekken die in Fase III, die voornamelijk door vrijwilligers wordt uitgevoerd, worden gemaakt. Het is de bedoeling dat dit rekening nummer (Het Milieu-Natuur Fonds) ook in de toekomst gebruikt zal worden in vergelijkbare situaties.
De Stichting Monumentenzorg (eigenaar van een groot gedeelte van het westelijk deel van de salina) heeft het advocatenkantoor VanEps Kunneman VanDoorne ingeschakeld om de veroorzakers van de olieramp aansprakelijk te stellen (Amigoe 28 augustus 2012). Er wordt onderzoek gedaan naar de schade aan het natuurgebied, aldus directeur van de stichting George Schmit. Ook de eventuele schade door schoonmaakwerkzaamheden wordt daarin meegenomen. Namens het Ministerie van Gezondheid, Milieu en Natuur, zal advocaat Eric de Vries, van HBN Law, bekijken of er juridische mogelijkheden zijn om de Isla-raffinaderij voor de rechter te dagen (Amigoe 11 september 2012). Dit binnen een onafhankelijk onderzoek van het ministerie. Nadat de demissionaire Minister van GMN, mevrouw Jacinta Scoop-Constancia, heeft aangekondigd dat hierbij een krachtenbundeling met de Stichting Monumentenzorg overwogen wordt, heeft de directeur van de stichting, George Schmit, laten weten dat er reeds contact is geweest tussen De Vries en hun advocaat. Ook het Openbaar Ministerie heeft zich in de zaak verdiept en zelfs in Nederland zijn in de Tweede Kamer vragen gesteld (door leden Van gent (GroenLinks) en Hachchi (D66)) over het gebeuren te Jan Kok. Deze zijn op 18 september beantwoord door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (Mr. Drs. J.W.E. Spies). Het antwoord is echter onvolledig (i.e., 2 gestelde vragen blijven onbeantwoord) of de geleverde informatie is onjuist (i.e., dat de ingang van Jan Kok afgesloten zou zijn en dat “inspecteurs” de toegang tot het gebied ontzegd zouden zijn). Er zijn ook monsters genomen die zullen uitwijzen of de aangespoelde olie in Jan Kok en Rif Marie afkomstig zullen zijn uit de faciliteiten te Bullenbaai.
UPDATE WOENSDAG 12 SEPTEMBER 2012
Er is wederom overleg geweest tussen alle betrokkenen (GMN, ISLA, CPA/CPO, Carmabi) op dinsdag 11 september 2012 om 8 uur bij het kantoor van CPO/Haveninspektie. Allereerst is de voortgang van de opwerkwerkzaamheden besproken en is een plan van aanpak voor de nabije toekomst opgesteld. Er is besloten dat de opruimwerzaamheden in drie fasen zullen worden verdeeld, waarbij fase I reeds voorbij is en de schoonmaakwerkzaamheden zich momenteel in fase II bevinden. De fases zijn als volgt gedefinieerd:
Fase I beslaat de groffe opruim werkzaamheden met behulp van groot materieel zoals bulldozers en containers. In deze fase is een groot gedeelte van de aangespoelde olie voornamelijk door werknemers van de ISLA/ Selikor/ GMN en CPA verwijderd uit het westelijk deel van de salina van Jan Kok. Gedurende fase I zijn vrijwilligers onder leiding van Uniek Curacao ook begonnen met het opruimen van olie in meer gevoelige locaties in het aangetaste gebied. Fase I begon op 25 Augustus, bijna een week nadat de olie voor de eerste keer werd gerapporteerd en eindigde op vrijdag 7 september 2012, i.e., het moment waarop de inzet van groot materieel niet langer noodzakelijk bleek.
In Fase II (start datum 7 september 2012) wordt het ca. 2.5 km kustlijngebied van Rif St. Marie schoongemaakt met behulp van werknemers van ISLA. Hierbij wordt voornamelijk gebruik gemaakt van handmatige schoonmaak technieken. Alle vervuilde besmeurde stukken hout en aangespoeld afval worden verzameld en in grote aangevoerde opvangbakken van Selikor verzameld waarna ze worden afgevoerd naar Malpais. Fase II is dus een fase waarbij grote gebieden (zoals bijvoorbeeld het kustgebied) handmatig (in tegenstelling tot grof materieel) worden schoongemaakt. Naast de werkzaamheden die door ISLA werknemers worden verricht, zijn verschillende vrijwilligersgroepen begonnen met het handmatig schoonmaken van de mangroven en kleine strandjes en/ of baaitjes waar zich nog steeds olie bevindt of opnieuw is aangespoeld. De verzorging van gewonde en besmeurde dieren wordt ook voortgezet onder leiding van dierenarts Odette Doest. De grootschalige opruimwerkzaamheden langs de kust vorderen gestaag en worden naar alle waarschijnlijkheid reeds op donderdag 13 september 2012 afgerond. Hiermee komt een einde aan de inzet van ISLA en CPA werknemers waardoor Fase II wordt afgesloten op vrijdag 14 september.
In Fase III (beginnend op 14 september) zullen de opruimwerkzaamheden voornamelijk door verschillende vrijwilligers organisaties en -groepen worden voortgezet die worden gecoordineerd door Uniek Curacao. De werkzaamheden zullen worden voortgezet zolang als nodig is om het grootste deel van de olie uit meer gevoelige gebieden (bijvoorbeeld de historische muren in de zoutpannen en de mangroven, overige vervuilde flora en fauna) in het aangetaste gebied te verwijderen.
Gedurende Fase II en II worden de saliña en het kustgebied vrijwel dagelijks gemonitord door vrijwilligers (waaronder Ryan de Jongh), Uniek Curacao en medewerkers van GMN om vast te stellen waar opnieuw olie aanspoeld die vervolgens handmatig zullen worden schoongemaakt door een van de in te schakelen vrijwilligers groepen.
Refineria isla Curacao zorgt heeft inmiddels de gelden beschikbaar gesteld voor de aanschaf van 200 zakken van het natuurprodukt Bestabsorp dat gebruikt zal worden voor het opruimen van olie in de mangroven en op stranden/ kleinere baaien. Indien alles goed verloopt zal het middel op woensdag 12 september worden ingevlogen waarna Carmabi voor de verdere logistiek en een efficient gebruik van het middel zal zorg dragen.
GMN (Milieudienst) zal de mogelijkheden bestuderen om de vervuilde stenen aan de kuststrook bij Rif St. Marie schoon te kunnen maken.
Een milieurapport van de schade in het hele area van Rif St. Marie zal worden opgemaakt door de GMN met eventueel ondersteuning van Carmabi en Volksgezondheid.
Ook zal de mogelijkheid bestudeerd worden om samen met de betrokken instanties tot een systeem te komen om de ingang van Rif st. Marie profesioneel af te kunnen sluiten ter bescherming van de area bij toekomstige oliedreigingen, bijvoorbeeld middels een sluis. Carmabi zal trachten een eerder opgestelde ontwerp voor het afsluiten / controleren van de ingang van Jan Kok op korte termijn op te zoeken en zal deze ter beschikking stellen voor verdere uitwerking.
Ook de verschillende vrijwillige schoonmaak acties (gecoordineerd door Uniek Curacao) vorderen voorspoedig.
Er zal worden begonnen worden met het schoonmaken van de met olie besmeurde historische muren in de salina. Er is een inventaris gemaakt met een van de leiders (Son Makaya) van een van de vrijwilligersgroepen (12 man van Sentro Speransa) die een groot gedeelte van de muren in 2 a 3 dagen zal pogen te ontdoen van verwijderbare olie. Een andere vrijwilligers groep (SUC) onder leiding van Terence Javier patrouilleert in het gebied om mogelijk door olie besmeurde dieren te signaleren. Observaties worden doorgegeven aan Odette Doest. Ryan de Jongh en de Footprint Foundation richten zich op het schoonmaken van de mangroven bij de ingang van de salina. Alle vrijwillige acties worden gecoordineerd door Theo v/d Giessen van Uniek Curacao die ook de communicatie met overige partijen (e.g., ISLA, Havendienst etc) verzorgd (bijv. voor het plaatsen van afval containers om het opgehaalde afval te coordineren en de aanvoer van schoonmaak materialen).
Een eerste versie van een kaart die middels een onbemand vliegtuig is gemaakt van een gedeelte van het aangetaste gebied is inmiddels beschikbaar.
UPDATE ZATERDAG 8 SEPTEMBER 2012
Sinds donderdag zijn de werkzaamheden en activiteiten die daarmee samenhangen wederom voortgezet. Deze ontwikkelingen worden hieronder puntsgewijs samengevat.
Werknemers van de ISLA zijn begonnen met het weghalen van alle losliggende stukken afval langs de 2.5km lange kustlijn tussen de opening van de salina van Jan Kok en Kaap Marie. De werkzaamheden verlopen voorspoedig (zie foto) en ongeveer de helft van het schoon te maken gebied is inmiddels ontdaan van al het losliggend, met olie besmeurde afval dat tijdens een storm mogelijkerwijs in zee zou kunnen spoelen.
Maandag worden de werkzaamheden voortgezet. In samenwerking met Carmabi is ook besloten om kleine olieplassen die lokaal nog aanwezig zijn langs de kust eveneens “op te scheppen” aanstaande maandag. De stenen langs de kust zullen voorlopig bedekt blijven met een (dunne) laag olie die langzaam zal verweren (omdat lokaal voorkomende bacterieen de olie zullen opeten). Na overleg met experts in Nederland en de Verenigde Staten is besloten dat het schoonmaken van deze stenen (met chemische of biologische middelen) waarschijnlijk schadelijker is voor de daar aanwezige natuur (m.n. het koraalrif dat zich direct langs de kust bevindt).
In tegenstelling tot eerdere berichten blijkt het middel BestAbsorb slechts in kleine hoeveelheden op het eiland aanwezig te zijn. Het zal gebruikt worden om mangroven en de stranden in het westelijk deel van de salina op te ruimen. De offertes om BestAbsorb in te vliegen zijn afgelopen donderdag naar de betreffende instanties doorgestuurd om behandeld te worden zodat het middel op korte termijn besteld kan worden.
Op basis van een verkenning gemaakt door Ryan de Jongh op 6 september is een nieuwe kaart gemaakt van de hele salina waarin de resterende olie resten zijn aangegeven (zie kaart). Vooral de gebieden aangegeven in rood en oranje zullen door de verschillende vrijwilligersteams worden aangepakt. Deze werkzaamheden beginnen dit weekend (8-9 september).
De fotografische kaart gemaakt met behulp van een onbemand vliegtuig door het lokale bedrijf GIS4C wordt nu bewerkt en wordt a.s. maandag middels een website beschikbaar gemaakt voor iedereen.
De onderstaande kaart geeft tevens aan dat eerdere kaarten die de omloop deden een onderschatting lieten zien van de daadwerkelijk aanwezige olie in het gebied. Er dient echter wel gesteld worden dat veel van deze olieresten in zulke lage hoeveelheden (zichtbaar) aanwezig zijn dat opruimen welhaast een onbegonnen zaak is. Relevant is ook de observatie dat zowel in het zuidwestelijke deel van de baai alswel langs de kust kleine strandjes en inhammen aanwezig zijn waarin olie zich in de afgelopen dagen heeft opgehoopt en momenteel bij elke getijdecyclus (klik hier voor getijden) gedeeltelijk vrijkomt in de baai. Ook deze plekken (aangegeven in oranje “Ѧ”-achtige symbolen) zullen de komende tijd worden aangepakt door de verschillende vrijwilligers groepen.
Afgelopen week (4 september) werd er gemeld dat er een nieuwe olie zou driven in de zee bij Bullenbaai. Echter, het gaat hier om drijvende velden van het zeewier Sargassum die vanaf de noordkant het eiland zijn rondgedreven (vastgesteld op 7 september 2012 door Carmabi). Dessalniettemin zijn er wel betrouwbare meldingen binnengekomen van olie die bij Bullenbaai de zee in lekte (maar lang niet zoveel als drie weken geleden) door vissers die ’s nachts voorbij de pieren van Bullenbaai voeren.
UPDATE DONDERDAG 6 SEPTEMBER 2012
Nu een groot deel van de olie is opgeruimd, is er nagedacht hoe de nog bestaande resten (die vaak moeilijker bereikbaar zijn) zullen worden weggehaald. Met het weghalen van deze kleinere hoeveelheden olie op moeilijk bereikbare of niet eerder bereikte plaatsen begint Fase II van de opruimingswerkzaamheden op vrijdag 7 september.
Op 4 september vond een vergadering plaats te Jan Kok met vertegenwoordigers van CPA, Refineria Isla Curacao, GMN (Gezondheid/Milieu/Natuur) en Carmabi. Er werd gesproken over de stand van zaken van de olieopruimingswerkzaamheden in de binnenwater van Rif St. Marie en wat voor strategieen er gevolgd zullen worden.
Momenteel wordt de olie alleen handmatig door het personeel van bovenstaande instanties verwijderd (met name in het oostelijk en westelijk gedeelte van de baai). In Fase II zal men zich voornamelijk conentreren op het opruimen van de nog aanwezig zijnde olie tussen de mangroves, olie op de kust en olie die in de loop der tijd in het westelijk deel van de baai zal blijven aanspoelen.
Personeel van GMN en Refineria Isla Curacao zal met kleinere groepen de situatie in de baai dagelijks monitoren zodat eventueel nieuw aangespoelde olie of olie die op nieuwe plekken ontdekt is, direct (met de hand) kan worden verwijderd.
Het gebruik van het product BESTABSORB om olie te verwijderen werd goedgekeurd door alle aanwezige instanties na een eerder onderzoek uitgevoerd door de Milieudienst en Carmabi. Momenteel zijn er ongeveer 200 zakken van 7 kilo beschikbaar op het eiland. De Refinaria Isla Curacao onderzoekt mogelijkheden voor de aanschaf van additionele hoeveelheden van BESTABSORB uit Duitsland waar het product wordt gemaakt. De mogelijkheden om BESTABSORB op korte termijn in te vliegen worden tevens onderzocht.
BESTABSORB is een natuurlijk product en bestaat uit turf (eng. PEAT). Het absorbeert de koolwaterstoffen (waaronder olie), het blijft drijven op water, en dus gemakkelijk te verwijderen. Het is ook toepasbaar op land en kan door verbranding vernietigd worden.
Ook de met olie 2,5 km vervuilde kuststrook bij Rif St. Marie krijgt de nodige aandacht in de nu volgende fase en de Refineria Isla Curacao gaat vrijdag 7 september beginnen met hett verwijderen van losliggende stukken afval die zijn besmeurd met olie om te voorkomen dat deze terug in zee waaien of spoelen. Verder zullen enkele lokale olieplassen worden opgeruimd.
Verder zal met stichting Monumentenzorg en Theo van de Giessen van stichting Uniek Curacao kontakt worden opgenomen om mogelijkheden te bespreken om de historische natuurstenen muren in de salinas schoon te kunnen maken. Refineria Isla Curacao stelt voor om ook hier “absorbentsbooms” te plaatsen terwijl de olie uit de muur gespoeld zal worden.
Carmabi stelt voor om in Fase II de vier individuele probleem gebieden (i.e., mangroven, kuststrook, controle en historische muren) aan te pakken met kleine groepen personen die verantwoordelijk zullen zijn voor het schoonmaken van elk gebied. Het mangrove gebied zal onder leiding van Footprint (Michelle Da Costa Gomez en Leon Pors) en de heer R. De Jong met hun vrijwillegers worden schoongemaakt. Er zijn lucht foto’s gemaakt door GIS4C (ESRI) en de kustwacht en deze worden momenteel verwerkt om te worden rondgestuurd zodat ze door eenieder gebruikt kunnen worden.
Carmabi raadt tevens aan om het hier en daar geopperde voorstel om bacterien los te laten in de baai om de olie “op te eten” vooralsnog niet te overwegen. Dergelijke oplossingen vergroten vaak de reeds bestaande schade en kunnen het natuurlijk evenwicht van de baai (en het koraalrif) verstoren met mogelijk dramatische gevolgen. Universiteiten uit USA en Amsterdam hebben monsters genomen van het zeewater die gebruikt zullen worden voor wetenschappelijk onderzoek naar de gevolgen van de oil spill.
Ook de verschillende vrijwilligers groepen hebben een vergadering gehouden (5 september) om te komen tot een efficiente aanpak van de resterende opruimwerkzaamheden in Fase II. Ook hier worden groepen gevormd die onder leiding staan van een groepscoordinator die in contact staat met de hoofd coordinator van de vrijwillige opruim acties, i.e., de heer Theo v/d Giessen van Uniek Curacao.
De vrijwillige opruim acties zijn ook opgedeeld in vier aandachtsgebieden. Mevr. Odette Doest coordineert de verzorging van met olie besmeurde en/ of gewonde dieren. Zoals bovenbeschreven zullen Footprint (Michelle Da Costa Gomez en Leon Pors) en de heer R. De Jong met hun vrijwillegers de mangroven schoonmaken. Theo v/d Giessen coordineert, in samenwerking met Stichting Monumentenzorg de schoonmaakactiviteiten van de lastig schoon te krijgen muren in de zoutpannen. Als laatste zal Carmabi een oogje in het zeil blijven houden aan de kust. Alle groepen krijgen logistieke ondersteuning van het lokale bedrijf Greenforce.
Er is afgesproken dat elke groepscoordinator een plan opstelt waarin gesteld wordt hoe het desbetreffende aandachtsgebied zal worden schoongemaakt of worden aangepakt. Deze worden, tesamen met een lijst van benodigde materialen naar Uniek Curacao gestuurd. Deze coordineert vervolgens de aanvoer van de benodigde materialen. Het verdient vermeld te worden dat op deze manier een eenduidige aanpak ontstaat die dubbel werk (en daardoor tijdverlies) voorkomt. Het is afgesproken dat alle activiteiten eveneens op vrijdag 7 september zullen aanvangen waarbij elke groepscoordinator verantwoordelijk wordt gehouden voor een tijdige uitvoering van het door hen opgestelde plan voor Fase II en de aansturing (en training) van eventueel in te zetten vrijwillegers. Er zal regelmatig overleg plaatsvinden zodat de verschillende groepen op de hoogte zijn van elkaars voortgang.
Nadere opmerkingen: (1) moet weten ook wanneer te stoppen met opruimings werkzaamheden, i.e., wanneer het “opruimen” meer schade oplevert dan de olie zelf; hiertoe zal regelmatig overleg plaatsvinden tussen alle “stakeholders”, (2) voor het melden van gewonde/ besmeurde dieren wordt geadviseerd mevr. Odette Doest te bellen (5151776); (3) afspraken dienen opschrift te worden gesteld zodat men aan zijn beloftes etc. gehouden kan worden en mogelijke misverstanden tot een minimum te beperken en (4) men dient te beseffen dat de olie die bij Jan Kok giftig is en dat derhalve opruimingsacties met behulp van ongetrainde vrijwilligers vooralsnog niet aan te raden zijn.
MJAV 17h29 6 September 2012
WHAT HAPPENED?
Since August 16th 2012, local authorities (Coastguard, Havendienst, Oil response coordinator etc) were warned that a large had occurred at the oil facility at Bullenbaai. The concerns were repeated but hardly any action was taken. Later in the week, while tropical storm Isaac, caused unusually strong south winds, much of the oil got trapped in the northwestern corner of Rif Marie where it entered the saliña of Jan Kok through a manmade canal. Serious responses to the ongoing disaster were started on Saturday, August 25th, almost a week after the spill had occurred. On August 28th a lareg fraction of the oil has been collected by various organizations on the island (mostly by workers of ISLA, Selikor, CPA and various volunteers) and the saliña starts “to appear” normal. The fact that less oil is now found at the site should at no moment be considered a sign that the ecological impacts of the oil spill have disappeared as well. Oil is still present in the saliña of Jan Kok and the shore and reefs near Rif Marie where it will have long term ecological consequences for both systems. In the coming days, smaller scale cleaning efforts will be conducted throughout the bay and along the coast line while monitoring and sampling efforts will take place to assess how much oil is still present and what the long term consequences of the oil spill will be.
PROTECTION STATUS
Rif-Sint Marie and Jan Kok were given the “Conservation” status in the island’s zoning plan locally known as the EOP (“Island Development Plan”; AB 1995 no. 36), which became effective on May 23, 1997. The conservation destination is attributed to areas with a scientific, historic, cultural or scenic value. The area was recently (August 2012) proposed as a RAMSAR area by the local government. RAMSAR is an international treaty to protect wetlands of special ecological value and is comparable to the UNESCO designation of Willemstad’s historic center. Part of the saliña is owned by Stichting Monumentenzorg, the eastern part is owned by the Government of Curacao and managed by Carmabi.
RECENT DEVELOPMENTS
Several groups are currently operating in the area: several volunteers and local NGO’s collaborate to take care of animals that have been affected by the spill (including the flamingos) whereas another is focusing on cleaning the mangroves in which large amounts of oil are still present.
An unmanned aircraft was used on Friday August 31st to do fly-overs of the affected area to find areas where oil is still present, but that are hard to reach on foot (see picture below). This tool was made available for free by Eric Sussenbach of the Curacaoan company GIS4C to support the oil removal efforts.
A product has been identified that is extremely suitable to clean hard to reach places (such as in between mangrove roots) and all other places where oil remains. It is a completely natural product, biodegradable and contains no chemicals whatsoever. It is called Bestabsorb and is produced in Germany (http://www.bestabsorb.com/). Dedicated volunteer groups will start using this product starting Monday September 3rd to remove oil in places identified by aforementioned aircraft and mangroves which cannot be cleaned using the methods used at the west side of the saliña (i.e., scooping, heavy equipment etc.). The material is available on the island, but efforts are underway to ship in more. The use of Bestabsorb was considered (by far) the best product to collect the remaining oil in Jan Kok by e.g., Uniek Curacao, Ryan de Jongh, Carmabi and several authorities that were present during tests conducted at Carmabi on Saturday September 1st.
Click here for a demonstration
Monitoring efforts of both the bay and the reefs in front of Rif Marie were started on August 31st and September 1st to assess the long term ecological consequences of the spill. On Saturday September 1st, the coral reefs in front of the affected area were surveyed for the first time. Digital pictures were taken along the entire affacted coast and georeferenced with GPS to allow these sites to be revisited in order to assess possible long term impacts of the oil spill on these fragile ecosystems. Markers on teh map below indicate where 4 x 4 meter quadrats were photographed (113 in total).
In short: the reef still appeared in relatively good health, though endangered Acropora corals were observed to suffer from previously unknown tissue mortality. From published studies elsewhere, we know that effects of oil on corals are not visible immediately after a spill and might even take years to manifest themselves. That the reefs at this location remain among the best on Curacao and were proposed to become internationally protected under the Ramsar convention can be seen in the little clip below:
Click here for an impression of the coral reefs in this area
Samples will be taken to determine how much oil is still present in the bottom, water and various organisms and tests are being conducted to see how the remaining oil in the reef water affects coral larvae that will be present in the water starting Sunday September 2nd, when the annual coral spawning will commence.
FUTURE DEVELOPMENTS
Once oil removing and initial monitoring efforts are finished, all participating groups will strive to (1) evaluate the events that led to the complete failure to minimize the effects of this spill despite the fact that it was announced long before it affected Jan Kok; (2) work towards the development of an effective management plan of the affected area (and hopefully other conservations areas), especially those that are about to receive a Ramsar designation, such as Jan Kok/ Rif St. Marie and (3) work towards the development of an effective disaster response plan that should include scenarios other than oil spills as well.
For earlier reports on the effects of the oil spill on coral reefs: click here
For earlier reports on the effects of the oil spill on the salina: click here
DATA FROM: CARMABI
For further information: Mark Vermeij ( carmabilog@gmail.com or 5103067)